
De Wet werk en zekerheid, de werkkostenregeling, de Participatiewet en de modernisering van regelingen voor verlof en arbeidstijden. U heeft deze plannen in 2014 allemaal langs zien komen en de invoering is per 2015 een feit. Wat is er allemaal veranderd voor uw vakgebied?
Per 1 januari 2015 heeft u te maken met de volgende wijzigingen in wet- en regelgeving:
- Uw onderneming komt alleen nog in aanmerking voor de premiekorting oudere werknemers als u uitkeringsgerechtigden van 56 jaar of ouder in dienst neemt. Eerder lag de grens bij 50 jaar.
- De werkbonus voor nieuwe gevallen is afgeschaft.
- Het wettelijk minimum(jeugd)loon voor medewerkers van 23 jaar en ouder bedraagt in 2015 € 1.501,80 per maand, € 346,55 per week en € 69,31 per dag.
- De AOW-leeftijd is met één maand gestegen en bedraagt nu 65 jaar en 3 maanden.
- Het opbouwpercentage voor fiscaalvriendelijk pensioensparen is gedaald naar 1,875% voor middelloonregelingen. Voor eindloonregelingen is het nieuwe opbouwpercentage 1,657%. Ook is het Witteveenkader afgetopt op € 100.000 per jaar. Voor het meerdere kan de werknemer zelf bijsparen uit zijn nettoloon.
- De regels voor het aanvragen en/of opnemen van bevallings- en zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof en adoptieverlof zijn versoepeld. Medewerkers kunnen nu ook vaker hun contracturen laten aanpassen.
- De Participatiewet heeft de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en de Wajong samengevoegd. In de periode 2015-2017 moeten werkgevers 5.000 extra banen creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. Als u een werknemer aanneemt die niet zelfstandig het minimumloon kan verdienen, kan de gemeente via een loonkostensubsidie het verschil tussen de loonwaarde van deze werknemer en het minimumloon vergoeden.
- De eerste maatregelen van de Wet werk en zekerheid zijn van kracht geworden. Die hebben gevolgen voor de behandeling van tijdelijke contracten.
Bron: www.countus.nl